OV-chipkaart biedt nieuwe kansen voor mobiel betalen in Nederland
De mobiele telefoon is in potentie een geschikt middel naast de OV-chipkaart om kaartjes te kopen en toegang te krijgen tot het openbaar vervoer in Nederland. Dit blijkt uit een verkennende studie van Capgemini naar de voor- en nadelen van mobiele telefoons met een geïntegreerde OV-chipkaart.
Een belangrijke voorwaarde is wel dat consumenten met hun mobiele telefoon niet alleen vervoersbewijzen kunnen kopen, maar ook toegang krijgen tot andere diensten en producten. Dit betekent onder meer dat openbaarvervoerbedrijven, banken, retailers, telecom providers en fabrikanten van mobiele telefoons actief moeten samenwerken. Een belangrijke uitdaging daarbij is de verdeling van kosten en opbrengsten en het organisatiemodel tussen deze partijen onderling. Betalen met een mobiele telefoon kan al langer. Maar volgens de verkennende studie zijn nu de meeste randvoorwaarden aanwezig voor een meer grootschalige doorbraak van mobiel betalen.
De invoering van de OV-chipkaart met miljoenen gebruikers zorgt voor voldoende massa. Tegelijkertijd zijn banken bezig met de geleidelijke uitfasering van de chipknip, waardoor ruimte ontstaat voor een nieuw betaalmiddel voor zogenoemde ,,micro-payments. Door integratie van de OV-chipkaart (een Near Field Communication (NFC) chip) in een mobiele telefoon, hoeft de telefoon alleen maar vlak voor een contactpunt gehouden te worden om een bepaalde actie uit te voeren of dienst geleverd te krijgen. In het buitenland worden diverse pilots gehouden waarin wordt geëxperimenteerd met mobiele telefoons die zijn uitgerust met een NFC chip.
De studie heeft onder meer een analyse gemaakt van deze pilots; de reacties van gebruikers zijn bemoedigend, maar een heldere, positieve businesscase blijkt lastig en het organisatiemodel ingewikkeld. Daarnaast: hoeveel NFC applicaties zijn gewenst op een telefoon, op welk veiligheidsniveau en hoe kan de huidige "OV-chip" dit faciliteren? De onderzoekers adviseren om deze vraagstukken eerst te onderzoeken en af te leiden van succesvolle pilots, waarna voor Nederland een gedegen business case kan worden gemaakt.
Een belangrijke voorwaarde is wel dat consumenten met hun mobiele telefoon niet alleen vervoersbewijzen kunnen kopen, maar ook toegang krijgen tot andere diensten en producten. Dit betekent onder meer dat openbaarvervoerbedrijven, banken, retailers, telecom providers en fabrikanten van mobiele telefoons actief moeten samenwerken. Een belangrijke uitdaging daarbij is de verdeling van kosten en opbrengsten en het organisatiemodel tussen deze partijen onderling. Betalen met een mobiele telefoon kan al langer. Maar volgens de verkennende studie zijn nu de meeste randvoorwaarden aanwezig voor een meer grootschalige doorbraak van mobiel betalen.
De invoering van de OV-chipkaart met miljoenen gebruikers zorgt voor voldoende massa. Tegelijkertijd zijn banken bezig met de geleidelijke uitfasering van de chipknip, waardoor ruimte ontstaat voor een nieuw betaalmiddel voor zogenoemde ,,micro-payments. Door integratie van de OV-chipkaart (een Near Field Communication (NFC) chip) in een mobiele telefoon, hoeft de telefoon alleen maar vlak voor een contactpunt gehouden te worden om een bepaalde actie uit te voeren of dienst geleverd te krijgen. In het buitenland worden diverse pilots gehouden waarin wordt geëxperimenteerd met mobiele telefoons die zijn uitgerust met een NFC chip.
De studie heeft onder meer een analyse gemaakt van deze pilots; de reacties van gebruikers zijn bemoedigend, maar een heldere, positieve businesscase blijkt lastig en het organisatiemodel ingewikkeld. Daarnaast: hoeveel NFC applicaties zijn gewenst op een telefoon, op welk veiligheidsniveau en hoe kan de huidige "OV-chip" dit faciliteren? De onderzoekers adviseren om deze vraagstukken eerst te onderzoeken en af te leiden van succesvolle pilots, waarna voor Nederland een gedegen business case kan worden gemaakt.
Geen opmerkingen: